Door de wijziging in samenstelling van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit ontstaat de noodzaak om de nieuwe leden een brief te sturen waarin wordt verduidelijkt waar de HvA voor staat, hoe wij ons positioneren. Daarbij zal onze bezorgdheid worden geuit over de benodigde capaciteit binnen het gemeentelijk apparaat en de verwachte (geringe) invloed en inspraak die de afzonderlijke leden hebben.
HvA heeft in een brief d.d. 22 april jl. in het kader van de Voorjaarsnota aan de raad en B&W gevraagd om naast het inzetten van voldoende ambtelijke capaciteit (met het oog op de nieuwe commissie Ruimtelijke Kwaliteit) ook een duidelijk referentiekader op te (laten) stellen voor toekomstige plannen met betrekking tot de ‘Openbare ruimte’. Jan Luiten maakt zich bezorgd over de herinrichtingsplannen, die in de binnenstad op stapel staan. Daarvoor bestaat momenteel slechts een globaal beeldkwaliteitsplan. Solange Beekman heeft zich ingezet om genoemd referentiekader op te (laten) stellen, maar is van haar taak ontheven. Ze houdt zich echter nog wel bezig met diverse projecten in de binnenstad. Jan Luiten stelt voor om samen met het DB te bezien of er een brief naar het college moet worden gestuurd (niet alleen naar de betrokken wethouder) waarin opnieuw de noodzaak van zo’n referentiekader wordt benadrukt en ook verzocht wordt om de uitvoering van dat kader te bevorderen.