De eigenaar wil het pand verkopen aan Mebaverdi en beweert dat hij een vergunning heeft gekregen om de verdieping(en) te verbouwen tot een viertal appartementen. Het enige waardevolle aan dit 17e-eeuwse pand is inmiddels alleen nog de eiken dakconstructie. Wij moeten voorkomen dat dit dak wordt aangetast om ramen te kunnen aanbrengen.

Het pand kan voorgedragen worden als inbreng voor de Stichting stadsherstel. Misschien kan dan nog iets van de oude restanten bewaard worden.

Deze week gezien dat er appartementen op de eerste verdieping worden gebouwd.

Deze week gezien dat er appartementen op de eerste verdieping worden gebouwd.

In december 2009 is er een overleg ter plaatse geweest met wethouder Fiers, de projectleider van de gemeente, Wim Beelen (monumentenzaken gemeente Eindhoven) en enkele leden van de Henri van Abbestichting. Dit naar aanleiding van de erbarmelijke staat van het gebouw dat scheef staat en naar rechts helt. De gemeente heeft daags erna een afspraak gehad met de aannemer van de ontwikkelaar waarin de volgende eisen zouden worden gesteld: De aangelegde betonnen kelder van het oude pand moet gaan dienen als basis en steun voor de daarboven te bouwen verdiepingen (nieuw pand in een oude schil). De bestaande muren moeten verankerd worden in de betonnen constructie. De voorgevel van het pand -m.u.v. de pui- zal zo goed mogelijk hersteld worden.
Begin april 2010 is nog steeds geen nieuwe aanvraag tot verbouwing ingediend, maar er is wel geconstateerd dat er inmiddels een nieuwe betonnen vloer tussen de begane grond en de eerste verdieping is aangebracht. Volgens de gemeente zou dit in overeentemming zijn met de bouwvergunning die reeds in 2008 verleend is. Op 13 april is er bij de gemeente een nieuwe aanvraag binnengekomen. We blijven de ontwikkelingen op de voet volgen.

In november met gemeenteambtenaar de panden bezocht. Er zijn gesprekken met de architect van Bollen gaande. De gemeente eist dat de constructie voor een belangrijk deel wordt gedragen door de betonnen bak van de kelder. De voorgevel wordt in oude staat hersteld. De 17e-eeuwse kapconstructie wordt gespaard en waar nodig hersteld. Overleg met Toezicht handhaving blijft.

Naar aanleiding van de ontwikkelingen rond het Virginisch Schip in de Vrijstraat, het pand aan de Europalaan 150 en het Paulushuis aan de Strijpsestraat wordt besloten aangifte te doen tegen de resp. eigenaars en tegen de gemeente. De eigenaar van het monument (op instorten) aan de Vrijstraat heeft van de gemeente toestemming gekregen op de benedenverdieping een winkel te vestigen. Wel moet van te voren archeologisch onderzoek worden gedaan. Maar dat is – gezien de toestand van het pand – levensgevaarlijk. Nico Arts is gewaarschuwd.

De gemeente heeft, in tegenstelling tot wat werd gedacht, geen aangifte gedaan van de inwendige sloop van het monumentale pand aan de Vrijstraat. Besloten wordt dat onze Stichting in dergelijke gevallen voortaan zelf aangifte zal doen.

Omtrent de ‘mishandeling’ van Vrijstraat 28 zal een brief door het bestuur worden gestuurd naar B&W.

De Henri van Abbestichting heeft via de gaten in de voorgevel van het pand geconstateerd dat de laat 16e-eeuwse balklagen en tussenmuren geheel verdwenen zijn. De stichting vraagt zich af hoe het zover heeft kunnen komen. De eigenaar heeft immers zonder sloop- of monumentenvergunning gehandeld! We wijzen een vinger in de richting van de gemeente Eindhoven en we vinden dat de gemeente een veel actiever beleid zou moeten voeren als het gaat om panden met de monumentenstatus. Een nieuwe eigenaar zou van deze status op zijn minst op de hoogte moeten zijn. Wij betwijfelen of dit hier het geval is geweest.

Het oude pand ‘t Virginisch Schip op de hoek van de Vijksteeg is door eigenaar Bollen uit Helmond intern dusdanig toegetakeld, dat er nauwelijks iets monumentaals aan over is. Hij hoeft in elk geval niet meer bang te zijn dat het pand de monumentenlijst nog haalt. Het is in Eindhovens niet de eerste keer dat een projectontwikkelaar bewust een monument verwoest en het zal vast ook niet de laatste keer zijn, zolang er aan te verdienen valt en er door de gemeente in feite niet tegen wordt opgetreden.